Armoede versus altruisme: de twee gezichten van de huidige crisis

De Spaanse crisis heeft verandering veroorzaakt in het leven van vele personen. Vanuit het oogpunt van een dakloze bekijken we het werk van een NGO en de redenen waarom mensen zoals hem hun diensten niet willen gebruiken.

 

20130824 food ngo spain 1 Ovidio Fulgeiro neu

“Excuseer! Herinner je mij? Excuseer, ik heb honger”. Dit zijn de woorden die Ovidio Fulgeiro, dakloze voor meer dan 30 jaar, al vele malen heeft herhaalt. Het meest opvallende is dat hij bij geen van Barcelona’s NGO’s om eten vraagt, alhoewel hij liever het verlopen eten dat winkeliers weggooien vraagt. Daartegenover staat het werk van de “Fundació Banc dels Aliments de Barcelona” (FEBAB), een liefdadigheidsorganisatie die voedsel uitdeelt bij onder andere soepkeukens met als doel om armen te helpen. Mensen die willen helpen en mensen die geholpen moeten worden, dit zijn twee resultaten van eenzelfde situatie die, dankzij de crisis, meer en meer voorkomt in Spanje, maar die soms niet goed te harmoniseren vallen.

Volgens de laatste studie van het IEC (instituut voor statistiek van Catalonië) riskeert één of vijf personen in Catalonië, de regio waar Barcelona ligt, in de armoede te vervallen. Deze ernstige situatie wordt lichtjes verzacht door organisaties zoals het FEBAB. Deze NGO is geïntegreerd in de Europese federatie van voedselbanken, bestaande uit een totaal van 204 voedselbanken in 21 verschillende landen, en is verantwoordelijk voor het herverdelen van producten onder organisaties zoals de eerder genoemde soepkeukens. En alhoewel ze geen direct contact onderhouden met de meest hulpbehoevenden is hun werk nog steeds cruciaal omdat ze de middelen die ze ontvangen beheren en coördineren  zodat ze aan zoveel mogelijk mensen ten goede komen.

Niettemin blijven personen zoals Ovidio overleven op basis van alternatieven zoals het recupereren van voedsel dat dagelijks weggegooid wordt door supermarkten. Het feit dat hij 70 jaar is laat hem toe om te zien hoe de crisis meer en meer zijn omgeving is beginnen beïnvloeden, “Wanneer ik begon met het doorzoeken van vuilnisbakken lachte iedereen me uit, maar nu doen velen van hen het ook. Het is al 20 jaar geleden dat ik nog een stuk brood, olie of suiker gekocht heb”.

Ditzelfde bescheiden perspectief werd ook gepresenteerd op het laatste congres van FEBAB in April. Het verspillen van voedsel dat nog kan gebruikt worden is precies een van de thema’s die president van de stichting, José Antonio Busto, het meest zorgen baart. Hij legde uit hoe doorheen de Europese Unie jaarlijks 89 ton voedsel verspild wordt, bijna 50% van het totaal aantal geproduceerde voedsel. Met een aantal simpele maatregelen zoals het verminderen van overproductie, het bevorderen van compost of het het aanmoedigen van een adequate politiek, zou het probleem zich grotendeels vermindert zien. “Vele van de producten die als vervallen aangeduid worden zijn nog steeds in goede staat, maar de verkopers kunnen ze me niet geven omdat als er iets met me zou gebeuren hen de schuld zou treffen”, legt Ovidio uit.

Dankzij dit tekort aan voedsel doet het FEBAB meestal inzamelacties. Een voorbeeld hiervan is de inzameling in Catalonië aan het einde van vorig jaar, het “Gran Recapte d’Aliments”, waarbij er 2.727.000 kilogram aan voedsel werd ingezameld. Een vrijwilliger aan een voedsel verdeelpunt, Clara Ramos, vertelt over de sensibilisering die er was onder de burgers: “Iedereen wou meehelpen zodat er een overschot was aan vrijwilligers, van jongeren tot gepensioneerden, iedereen werkte samen”. Het succes was opvallend, maar vandaag de dag zijn er geen restanten meer zichtbaar van deze inzameling en de NGO’s willen zich meer dan ooit opnieuw mobiliseren. Om die reden deed José Antonio Busto een oproep in het eerder vermelde congres aan de voedselindustrie: “We willen niet dat ze ons grote gegevens voedsel geven, maar dat ze vanuit hun bedrijfsverantwoordelijkheid een klein deel van hun productie afstaan”.

20130824 food ngo spain 3 The congress

Als het werk dat deze groepen doen dan zo positief is, waarom kiezen mensen zoals Ovidio er dan voor om deze altruïstische hulp af te wijzen? “Ik ga niet graag naar soepkeukens omdat ik me daar moet mengen met mensen die over me gaan roddelen en die me gaan beoordelen. Daarnaast wil ik niet afhankelijk zijn van hun medelijden, ik denk dat uiteindelijk iedereen voordeel zoekt. Mensen geven nooit of te nimmer cadeaus” Zijn scepticisme naar dit type van organisatie gaat door, en hij twijfelt aan het werk die deze organisaties doen “De NGO’s zijn goed voor enkelen, maar voor anderen dan weer niet. Wie soms gaat zijn zijn diegene die het niet het meest nodig heeft, velen van hen bezitten zelfs nog een eigen huis”.

Ovidio’s houding kan men misschien toeschrijven aan foute informatie of argwaan naar de nieuwe diensten die ze aanbieden. Maar na zovele jaren overleeft te hebben op zijn eigen houtje is het moeilijk om aangeleerde gewoontes de rug toe te keren en zich tegenover de wereld te presenteren als een dakloze. “Velen die men tegenkomt in een situatie zoals de mijne zijn hier belandt door hun eigen schuld, omdat ze zich niet willen aanpassen en voedsel van een lagere kwaliteit eten. De mensen vragen me hoe ik er zo gezond uitzie. Simpel, het is weten hoe te leven.”

Volgens de doelstellingen van de EU-2020 strategie, heeft de Europese Unie zich als doel gesteld om het aantal armen en sociaal uitgeslotenen met 20 miljoen te verminderen. Dit zou gedaan moeten worden volgens een relatief voorstel aan het meerjarig financieel kader 2014-2020, met een budget van 2.500 miljoen Euro’s gedurende de voorgestelde periode.

Ondanks de mening dat sommige het verdienen, is de sociale hulp van het FEBAB voorgedragen voor de Prijs principe de Asturias de la Concordia 2012. Niettemin is dit slechts een kleine aanmoediging voor dit type van organisaties om door te zetten met werk dat spijtig genoeg vele families in levensonderhoud voorziet. Ondertussen bekent Ovidio dat hij de toekomst zwart inziet, niet voor zichzelf, maar voor de mensen die ingebed zijn in de samenleving en die belastingen betalen, “Wanneer er geld is kan men overleven maar wanneer het stopt is het een ander liedje. Ondanks alles zie ik het duidelijk: ik ben heel gelukkig en ik verwacht dat ik nog 30 jaar ga leven, minimum”.

Auteur

Miriam Vázquez (Spanje)

Studie/ Werk: Journalistiek en Politicologie & Administratie.

Spreekt: Spaans, Catalaans, Engels, een beetje Frans en Duits.

Europa is… een unieke plek waar mensen van verschillende culturen, talen en meningen samen leven.

Twitter: @mirabroad

Vertaling

Marleen Dorrestijn (Nederland)

Vertaling

Tom Cassauwers (Nederland)

 

Author: Anja

Share This Post On

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

css.php